Vooral volwassen koeien en pinken in het tweede weideseizoen zijn een besmettingsbron voor longwormen. Ze kunnen als drager via de mest longwormlarven uitscheiden zonder zelf verschijnselen te vertonen. Deze larven worden vervolgens door andere runderen opgenomen. In de zomer bij zonnig weer kunnen de infectieuze larven 4-6 weken overleven. Longwormen kunnen toeslaan als het rundvee onvoldoende weerstand tegen deze parasiet heeft. Dit is met name het geval in het eerste jaar dat de dieren worden geweid. Binnen de Familiekudde waarbij de kalveren samen met het ouder vee wordt geweid, zijn de jonge kalveren in het eerste weideseizoen dus erg gevoelig voor infectie. Door de jonge dieren te vaccineren voordat ze naar buiten gaan, zal de schade goed voorkomen kunnen worden.