Kalveren die vrij in het melkkoppel lopen komen al vroeg in aanraking met ruwvoer. Als het type voerhek dat tenminste toelaat. Kalveren leren van hun koppelgenoten en nemen snel ruwvoer op. Hierdoor ontwikkelt de pens zich en is de overgang van zogen naar alleen vast voer minder groot.
Waar je als veehouder ook aan moet denken is dat kalveren voldoende water moeten kunnen drinken. De drinkers mogen dus niet te hoog hangen. Als de kalveren in het koppel de mogelijkheid hebben tot het drinken van water, vermindert dat de opname van melk. Daardoor gaat er dus meer melk de tank in. Tegelijkertijd is de overgang van zogen naar niet-zogen minder intensief als de dieren al gewend zijn aan het drinken van water en het gebruik van de drinkers.
Om kalveren te laten wennen aan krachtvoer moeten aparte voorzieningen gemaakt worden. Denk daarbij aan een kalvercrèche, een gedeelte van de stal waar alleen de kalveren toegang tot hebben. Deze crèche maak je door een stukje af te zetten voor de kalveren in de stal middels een schrikdraadje of met behulp van selectiepoorten.